
Joost begon al op jonge leeftijd met slagwerk en is nu, twaalf jaar later, nog steeds enthousiast over het bespelen van slagwerk.
“De diversiteit maakt het geweldig”
“Wat ik het leukste vind aan slagwerk? De enorme diversiteit. Je kunt melodisch spelen, zoals op een xylofoon of marimba, maar ook achter een snare drum of zelfs een Schotse trom staan. Er is altijd iets nieuws en uitdagends. Het blijft interessant omdat je zoveel kanten op kunt.”
Joost is door de jaren heen steeds meer de drumstelkant opgegaan. “Dat past het beste bij mij. Maar wat ik vooral geweldig vind, is het samen spelen. Het plezier dat je haalt uit de groep, de grappen die je maakt – dat maakt het echt leuk. Zelfs als we elkaar een beetje belachelijk maken, wordt dat met humor opgepakt. Het samenspel brengt zoveel meer plezier dan ik ooit had verwacht.”
“Iedereen kan het leren”
Toen Joost begon, had hij nog weinig gevoel voor ritme. “Ik moest daar echt aan werken, maar door de hulp van anderen is het me gelukt. Nu vind ik het juist heel leuk om te doen. Je hoeft echt niet ritmisch te zijn om te beginnen met slagwerk. Dat leer je vanzelf. Dat zie ik ook bij anderen in de groep.”
Bij slagwerk gaat het niet alleen om het leren van technieken, maar ook om het plezier en de ontspanning die het met zich meebrengt. “Het is verrassend hoe uitdagend de nummers soms zijn. Die afwisseling houdt het interessant.”